natuurlijke vruchten 1.0
(recht en misdaad)
Algemene voorbeelden
Vruchtgebruik kan inderdaad zowel op roerende als onroerende goederen betrekking hebben: natuurlijke vruchten zijn bijvoorbeeld de eieren, melk en andere producten van dieren of de opbrengst van een akker; burgerlijke vruchten zijn onder meer de huurgelden van roerende of onroerende goederen en de financiële resultaten van rekeningen, kasbons, aandelen en allerhande bankproducten.
Het Belgisch Burgerlijk Wetboek gebruikt het woord natrekking, naast de ook in Nederland gebruikte betekenis, ook in een andere betekenis: namelijk als een recht van de eigenaar van een zaak op hetgeen door de zaak wordt voortgebracht. De natuurlijke vruchten en de vruchten van nijverheid van de grond, de burgerlijke vruchten, de jongen van de dieren, behoren de eigenaar toe door recht van natrekking (art. 547 BW).